Afgelopen dinsdag was het weer Prinsjesdag. Op deze dag presenteerde het kabinet de plannen voor 2025. We hebben de belangrijkste (belasting)plannen voor je op een rij gezet. Lees hieronder welke wijzigingen de regering wil doorvoeren die van belang zijn voor jou als zelfstandig ondernemer.
De mkb winstvrijstelling daalt van 13,31% naar 12,70% in 2025. De afbouw van de zelfstandigenaftrek was al eerder aangekondigd. In 2025 daalt de zelfstandigenaftrek van €3.750 naar €2.470 en dat daalt de komende jaren verder. Door deze verlagingen is je belastbare bedrag hoger en betaal je meer belasting.
Krijg je een bedrijf in een erfenis of door een schenking? Dan betaal je erf- of schenkbelasting over. Hoeveel belasting je betaalt, hangt af van de waarde van de onderneming. Je kan een vrijstelling gebruiken: de Bedrijfopvolgingsregeling (BOR).
Je mag gebruikmaken van de BOR als je voldoet aan drie voorwaarden:
Op Prinsjesdag stelt het kabinet voor om de voortzettingseis in 2025 te verlagen van 5 naar 3 jaar. Daardoor mag je onder meer je bedrijf al 3 jaar na de schenking of overerfing verkopen.
Belasting over je persoonlijk inkomen betaal je via de inkomstenbelasting. Dat gebeurt in drie boxen. In elke box wil het kabinet iets wijzigen.
Nadat in de drie boxen de belasting is berekend, gaan daar nog bedragen vanaf. Afhankelijk van je situatie krijg je heffingskortingen en ondernemersaftrek. Het bedrag dat overblijft is de belasting die je moet betalen.
Box 1 Inkomen uit arbeid, uitkering, eigenwoningbezit
De eerste schijf van box 1 wordt opgeknipt in twee delen. Box 1 bestaat dan uit drie schijven in plaats van twee. In 2025 betaal je in de nieuwe eerste schijf over je inkomen tot €38.441 35,82% belasting. Dat is ongeveer een procentpunt lager dan in 2024. In de nieuwe tweede schijf betaal je over je inkomen tussen €38.441 en €76.817 37,48% belasting. Dat is ongeveer 0,5 procentpunt meer dan in 2024. Over je inkomen boven €76.817 euro betaal je volgend jaar 49,5%, net als in 2024.
Lagere inkomens hebben voordeel van de lagere eerste schijf. Hogere inkomens merken daar minder van door het hogere percentage in de nieuwe tweede schijf.
Box 1 heeft aftrekposten. Dat zijn kosten die je mag aftrekken van je inkomen, waardoor je minder inkomstenbelasting betaalt. Bijvoorbeeld hypotheekrenteaftrek van je eigen woning en aftrekbare giften. Maar ook de ondernemersaftrek, zoals de zelfstandigenaftrek, meewerkaftrek en de mkb-winstvrijstelling. Als je inkomen in 2025 hoger is dan €38.441, dan krijg je in 2025 maximaal 35,82% over de aftrekposten terug, het tarief van de eerste schijf. Dat is iets lager dan in 2024.
Voor AOW-gerechtigden gelden andere tarieven.
Box 2 Inkomen uit aandelenbezit
Bezit je 5% of meer van de aandelen in een bedrijf, dan heb je een 'aanmerkelijk belang’. Je ontvangt dan mogelijk winstuitkering, oftewel dividend. Over winstuitkeringen tot 67.804 euro betaal je 24,5% belasting, net als in 2024. Over alles daarboven betaal je in 2025 31% belasting. Dat was in 2024 nog 33%.
Met deze aanpassing wil het kabinet ervoor zorgen dat er meer evenwicht is tussen de belastingtarieven voor aanmerkelijkbelanghouders, ondernemers met bijvoorbeeld een eenmanszaak en werknemers. Het zorgt ervoor dat ondernemers niet alleen door de belastingverschillen een rechtsvorm kiezen.
Fiscale partners kunnen de totale winstuitkering verdelen. Daardoor gebruiken ze twee keer het lage tarief. Dat betekent bijvoorbeeld dat je over een uitkering van in totaal €135.608 (2 x €67.804) het lage tarief van 24,5% betaalt. Een fiscaal partner zonder inkomen kan geen gebruikmaken van de heffingskortingen. Door de winstuitkering te verdelen kan de partner ook de algemene heffingskorting gebruiken.
Box 3 Inkomen uit sparen en beleggen
Heb je spaargeld of beleggingen? Dan betaal je in 2025 over je vermogen tot €57.684 geen belasting. Heb je meer vermogen? Dan betaal je net als dit jaar 36 procent belasting over de opbrengst die de belastingdienst verwacht dat jij zou kunnen halen in 2025. Dit noemen we een fictief rendement.
Schulden vallen ook in box 3. Heb je schulden? Dan mag je een vastgesteld percentage aftrekken van de belasting die je moet betalen over je vermogen. Een vast bedrag van je schulden kun je niet aftrekken. Dat is de schuldendrempel.
Deze fictieve rendementen op spaargeld en schulden worden na afloop van het kalenderjaar 2025 vastgesteld. Dat geldt ook voor de schuldendrempel. Het rendement op beleggingen stelt de belastingdienst vast begin 2025.
De Investeringssubsidie Duurzame Energie (ISDE) wordt uitgebreid. Hiermee kun je subsidie aanvragen voor duurzame maatregelen zoals warmtepompen en isolatie.
Dit betekent dat of je nu je bedrijfspand of je huis wilt verduurzamen, deze subsidies maken de investering aantrekkelijker. Dit kan je energiekosten op de lange termijn flink verlagen.
Vanaf 2026 wordt het btw-tarief voor logies (zoals hotels en vakantieverhuur), culturele activiteiten (zoals concerten en theater) en sportbeoefening verhoogd van 9% naar 21%.
Als je onderneemt in de toerisme-, cultuur- of sportsector, zullen je diensten onder een hoger btw-tarief vallen. Dit kan hogere kosten voor je klanten betekenen, wat je prijzen en winstgevendheid kan beïnvloeden. Houd rekening met aanpassingen in je prijsstelling en mogelijke impact op de vraag.
Lees hieronder welke wijzigingen de regering wil doorvoeren die van belang zijn voor je besloten vennootschap.
De zakelijke giftenaftrek verdwijnt per 1 januari 2025 voor besloten vennootschappen (bv's). Dat betekent dat je giften aan Algemeen Nut Beogende Instellingen (ANBI’s) en Sociaal Belang Behartigende Instellingen (SBBI’s) niet langer van de winst kunt aftrekken.
In 2024 geldt nog dat je een schenking aan een ANBI of SBBI van de winst mag aftrekken.
De maximale giftenaftrek per jaar is 50% van de winst, met een maximum van €100.000. Door de voorgestelde wetswijziging per 1 januari 2025 kan het een goed idee zijn om te overwegen een gift aan een ANBI of SBBI dit jaar nog te doen.
Als een bv een gift doet op verzoek van de aandeelhouder dan wordt dit voor de belastingen niet gezien als een aftrekbare gift, maar als een dividenduitkering aan die aandeelhouder (waarover de bv dividendbelasting moet inhouden). De aandeelhouder moet dan hierover ook nog inkomstenbelasting betalen in box 2.
De tarieven in de vennootschapsbelasting blijven in 2025 ongewijzigd. Ook de schijfgrens blijft hetzelfde. De schijfgrens en het tarief van de vennootschapsbelasting zijn in 2024 verdeeld in twee schijven. In de eerste schijf betaal je tot een winst van €200.000 het tarief van 19% vennootschapsbelasting. Dus over een winst tot €200.000 betaal je tot €38.000 belasting.
Als de winst van je bv meer is dan €200.000, dan valt het bedrag daarboven in de tweede schijf. Voor deze tweede schijf geldt een tarief van 25,8%.