De wet die duidelijkheid moet geven over wanneer iemand zzp’er is en wanneer niet, loopt weer vertraging op. De minister heeft meer tijd nodig om de wet aan te passen, nadat vorig jaar ruim 1100 reacties op het voorstel kwamen. Minister van Gennip denkt nog na over wat een ‘redelijke overgangstermijn’ is voordat de wet ook daadwerkelijk van kracht wordt.
De mogelijke invoeringsdatum van een nieuwe zzp-wet, de Wet Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelatie en Rechtsvermoeden (VBAR), staat onder druk. "Publicatie van de wet in het eerste kwartaal van 2025 is niet langer realistisch" schrijft demissionair minister Karien van Gennip aan de Eerste Kamer.
Sommige zzp'ers kiezen bewust voor het zelfstandig ondernemerschap, omdat ze bijvoorbeeld variatie in hun werk willen en van het vrije bestaan houden. Er is ook een groep zelfstandigen die met tegenzin als zelfstandigen werkt, met als voorbeeld de maaltijd- of pakketbezorgers. Ze werken vaak maar voor één opdrachtgever en tegen lage tarieven.
Als de wet Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden (VBAR) er komt, krijgen beide groepen dezelfde behandeling.
De eerste groep, de laagbetaalde maaltijd- en pakketbezorgers, zou er op vooruitgaan. Ze gaan meer geld verdienen in loondienst en hebben meer zekerheid. Maar de tweede groep, de echte ondernemers, kunnen zich niet vinden in de zzp-regels die bij het huidige wetsvoorstel ook voor hen gaan gelden.
De aangenomen wet zou in het eerste kwartaal 2025 worden gepubliceerd. Zo zou de markt tijd genoeg hebben om zich voor te bereiden op een ingangsdatum van uiterlijk 1 januari 2026. Maar de wet is nog niet gereed om naar de Tweede Kamer gestuurd te worden. Het grote aantal reacties op de internetconsultatie zorgt bij het ministerie voor vertraging. “Deze worden op dit moment zorgvuldig bestudeerd om te bezien of en hoe we het wetsvoorstel kunnen verbeteren”, aldus de minister.
Vanuit de Tweede Kamer hebben onder meer de VVD en NSC aangegeven niet gelukkig te zijn met hoe Van Gennip in een eerste voorstel de criteria heeft ingevuld om te bepalen of iemand ingehuurd kan worden als zzp’er. In een motie roepen VVD, NSC en SGP op om de Wet VBAR te splitsen, om zo het onderdeel ‘rechtsvermoeden bij laag tarief’ sneller in behandeling te nemen en het deel dat gaat over beoordeling van de arbeidsrelatie over te laten aan een nieuw kabinet.
Op dit moment heeft de Belastingdienst 80 fte beschikbaar voor de handhaving op ‘schijnzelfstandigheid’. De dienst onderzoekt nog hoeveel fte er nodig is om een nieuwe wet te kunnen handhaven. In het Handhavingsplan arbeidsrelaties beschrijft de Belastingdienst hoe stapsgewijs gewerkt wordt aan een “normaliseren van de handhaving op arbeidsrelaties.” Een update van dat stappenplan wordt binnenkort gepubliceerd.
FNV Zelfstandigen betreurt het feit dat er nog geen duidelijkheid is over de ingangsdatum van de nieuwe wet en dat het vertraging op heeft gelopen.
BRON: RTL, ZiPconomy, tweedekamer.nl