Het kabinet komt met een wetsvoorstel “Verduidelijking beoordeling arbeidsrelatie en rechtsvermoeden”. Dit voorstel moet duidelijk maken of een zzp’er een opdracht uit mag voeren of dat dit onder een dienstverband valt.
Het kabinet wil de open norm ‘werken in dienst van’, uit artikel 7:610 BW (de arbeidsovereenkomst), verduidelijken. De criteria uit 7:610 BW (in dienst van, arbeid verrichten, tegen loon, gedurende zekere tijd) blijven bestaan, wel komt er een extra bepaling waarin het begrip ‘’in dienst van’’ nader wordt uitgewerkt.
Er komen drie hoofdelementen: A) materiaal gezag, B) organisatorische inbedding en C) ondernemerschap binnen de arbeidsrelatie. Van arbeid verrichten ‘in diens van’ een werkgever is sprake als:
De arbeid wordt verricht onder werkinhoudelijke aansturing door de werkgever, of
De arbeid of de werknemer organisatorisch is ingebed in de organisatie van de werkgever, en
de werknemer de arbeid niet voor eigen rekening en risico verricht.
De boordeling start met de toets van de hoofdelementen A en B. Alleen als er sprake is van hoofdelementen A en/of B, kan er sprake zijn van een arbeidsovereenkomst. Zijn de elementen A en B niet aanwezig, dan zal geen sprake zijn van een gezagsrelatie en daarmee niet van een arbeidsovereenkomst.
Is of element A of element B aanwezig, dan moet ook hoofdelement C worden getoetst. Element C duidt erop dat de werkende voor eigen rekening en risico werkt. Element C is de ‘contra-indicatie’. Er moet vervolgens worden gekeken waar het zwaartepunt in een arbeidsrelatie ligt, ofwel op werken in dienst van, dan wel op werken voor eigen rekening en risico.
De hoofdelement A en/of B worden tegenover hoofdelement C geplaatst en wordt gewogen waar het zwaartepunt ligt.
Als A en/of B aanwezig is en zwaarder wegen dan C, is er sprake van een arbeidsovereenkomst. Als C zwaarder weegt dan A en B, is er geen sprake van een arbeidsovereenkomst. Volgens de minister kan het ook nog zo zijn dat A+B in evenwicht zijn met C, in dat geval mag de rechter ook kijken naar kenmerken van de werkende buiten de arbeidsrelatie (gedraagt de werkende zich buiten de arbeidsrelatie als ondernemer?). Er resteert dus een grijs gebied in de gevallen waarbij niet op voorhand duidelijk is waar het zwaartepunt in een arbeidsrelatie ligt.
Dit wetsvoorstel is de vervanging van de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (Wet DBA). Die verving in 2016 op zijn beurt de Verklaring Arbeidsrelatie (VAR), waarmee de Belastingdienst beoordeelde of een opdrachtgever loonbelasting en sociale premies moest te betalen voor de persoon die hij inhuurt.
FNV is voorzichtig positief over het nieuwe wetsvoorstel. De minister heeft aangegeven dat de Belastingdienst uitvoerig betrokken is geweest bij het opstellen van de tekst en ook dat zij hiermee goed uit de voeten kunnen. Belangrijk is dat het handhavingsmoratorium voor de loonheffingen wordt opgeheven in situaties van schijnzelfstandigheid. Met dit voorstel kan de handhaving worden opgepakt. Het wetsvoorstel is niet volmaakt en ondervangt niet alle situaties, maar het feit dat de Belastingdienst hiermee uit de voeten kan is een belangrijk signaal.
Naast de extra bepaling, waarin het begrip ‘in dienst van’ wordt uitgewerkt, wil het kabinet dat het uurloon een rol gaat spelen. Om specifiek de kwetsbare groep werkenden aan de basis van de arbeidsmarkt te ondersteunen bij het claimen van hun rechten op een arbeidsovereenkomst wordt (naast het rechtsvermoeden uit artikel 7:610a) een rechtsvermoeden van arbeidsovereenkomst op basis van een uurtarief geïntroduceerd. Bij een tarief van minder dan € 32 gaat er een rechtsvermoeden van werknemerschap gelden. Het is aan de opdrachtgever om dan aan te tonen dat er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst.
Afgelopen vrijdag heeft Minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het wetsvoorstel in internetconsultatie gebracht. Via bijgevoegde link kunt u de eerste reacties lezen: Overheid.nl | Consultatie Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (internetconsultatie.nl). Belanghebbenden kunnen tot 10 november reageren.
Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Bron: Taxlive