Als er gewerkt wordt moet dit op een veilige manier gebeuren. Een ongeluk zit tenslotte in een klein hoekje. Het is begrijpelijk dat niet elke zzp’er zich altijd maar afvraagt of hij op een veilige manier zijn werk kan uitvoeren.
30 januari 2017
Belangrijke factor hierbij is natuurlijk of het risicovol werk betreft. Immers, een glazenwasser die op grote hoogte actief is, loopt meer risico lopen dan een tekstschrijver die zittend aan een bureau zijn werkzaamheden uitvoert. Toch geldt dat er in het geval van de tekstschrijver ook de nodige risico’s op de loer liggen die het veilig werken kunnen bedreigen.
Om veilig werken te bevorderen en arbeidsrisico’s te verkleinen is er in Nederland de Arbowet. Hieronder vallen de Arbeidsomstandighedenwet, het Arbeidsomstandighedenbesluit en de Arbeidsomstandighedenregeling. Ook zzp’ers zijn grotendeels gebonden aan deze wetgeving, die tot doel heeft om werkenden te beschermen tegen de risico van het werk. Een zzp’er heeft natuurlijk de vrijheid om te bepalen of hij een opdracht wel of niet accepteert. Anders dan bijvoorbeeld een werknemer, die in een gezagsverhouding staat tot een werkgever. Je zou kunnen stellen dat een zzp’er dus zelf kan bepalen hoeveel risico’s hij in zijn werk neemt.
In welke mate de regelingen van de Arbowet van toepassing zijn op een zpp’er is afhankelijk van het werk en de omstandigheden waaronder het werk wordt uitgevoerd. Zo zijn er voorwaarden gesteld aan bijvoorbeeld het werken op hoogte of het werken aan elektrische installaties. Ook is er een verschil tussen een zzp’er die werkt op een arbeidslocatie waar ook werknemers actief zijn en een zzp’er die alleen werkt. Daarnaast maakt de Arbowet een onderscheid tussen drie groepen: werkgevers, werknemers en zzp’ers. Het kan gebeuren dat de Inspectie SZW een zzp’er ziet als een werknemer, op grond van de feitelijke situatie. Ondanks dat de Belastingdienst je wel kwalificeert als zzp’er kun je voor de Arbowet dus toch als werknemer gezien worden. Het gevolg hiervan is dat de gehele Arbowetgeving van toepassing is in plaats van slechts een groot deel.
Ook opdrachtgevers kunnen te maken krijgen met de Arbowet. Een opdrachtgever kan door de Inspectie SZW gezien worden als werkgever. De opdrachtgever zal in dat geval moeten toezien op naleving van de Arbowetgeving. Het dus zeker niet zo dat een opdrachtgever rustig achterover kan leunen omdat alleen de zzp’er verantwoordelijk zou zijn voor een veilige werkomgeving. Afhankelijk van in welke groep men wordt ingedeeld heeft dit gevolgen voor bijvoorbeeld aansprakelijkheid voor schade als gevolg van gevaarlijk of ongezond werk, maar dus ook voor de vraag wie verantwoordelijk is op grond van de Arbowetgeving.
De Inspectie SZW is verantwoordelijk voor de handhaving van de Arbowet. Dit gebeurt onder andere door middel van onaangekondigde inspecties op plekken waar wordt gewerkt. Het kan dus gebeuren dat je op een dag wordt verrast met een bezoekje van een inspecteur. De inspecteur zal vervolgens beoordelen of er op een veilig manier wordt gewerkt. De kans dat je een inspecteur tegen lijf loopt is kleiner wanneer je werkzaam bent in een branche waar de risico’s op ongelukken klein zijn, dan wanneer je werkzaam bent in een branche met hoge risico’s. De Inspectie is verder ook verantwoordelijk voor het uitvoeren van een onderzoek na een ernstig arbeidsongeval. Daarnaast kun je zelf ook een beroep doen op de Inspectie SZW om bijvoorbeeld een melding of klacht te doen over een ongezonde of onveilige werksituatie.
Op de website van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) vind je meer informatie over de Arbowet en de Inspectie SZW.
mr Ewald van Sark
Jurist FNV Zelfstandigen