Afgelopen week ontving ik het vonnis in een zaak die diende bij de Rechtbank Noord-Holland, waarin mijn cliënt een betaling van een door hem verrichte dienst vorderde. Ondanks de vele pogingen van mijn cliënt om de factuur betaald te krijgen, bleef betaling uit omdat de debiteur plotseling beweerde niet de opdrachtgever te zijn en derhalve niet verantwoordelijk voor de betaling.
20 september 2016
Cliënt zag zich genoodzaakt om ons in te schakelen. Met succes want de rechter heeft hem volledig in het gelijk gesteld.
Mijn cliënt heeft een verhuisbedrijf en werd in augustus 2014 door een eenmand-juristenkantoor - met een in het maatschappelijk verkeer niet onbekende naam - gevraagd om een offerte uit te brengen voor het verzorgen van de verhuizing van het kantoor.
Zoals een goede verhuizer betaamt, is mijn cliënt naar het kantoor gekomen om de inboedel te inventariseren en op basis daarvan een offerte uit te brengen. Alle contacten, zowel per telefoon als per e-mail, waren met de betreffende jurist en ook tijdens de inventarisatie op kantoor was deze jurist als enige aanwezig. De offerte met daarbij zijn algemene voorwaarden heeft mijn cliënt dezelfde avond per e-mail aan de jurist verzonden. Per e-mail heeft de jurist bevestigd dat mijn cliënt de opdracht kreeg om zijn kantoor te verhuizen. In september 2014 heeft de verhuizing naar volle tevredenheid van de jurist, zo getuige de ondertekening van het formulier na de uitvoering van de verhuizing, plaatsgevonden. Vervolgens heeft mijn cliënt zijn factuur gestuurd. Nu de verhuizing naar tevredenheid was uitgevoerd en mede vanwege het feit dat de jurist niet onbekend is in het maatschappelijk verkeer, had mijn cliënt er niet op gerekend dat er niet betaald zou worden.
Omdat betaling uitbleef, heeft mijn cliënt een betalingsherinnering per e-mail gestuurd. Tot zijn grote verbazing heeft de jurist hierop geantwoord dat niet hij of zijn kantoor, maar het kantoor van zijn partner handelend onder een handelsnaam gelijk aan die van hem de opdrachtgever zou zijn en dat hij zijn partner en haar kantoor slechts vertegenwoordigd zou hebben. Dat kantoor van die partner zou in zwaar weer verkeren en daarom stelde de jurist een betalingsregeling voor. Uiteraard heeft mijn cliënt aangegeven het niet eens te zijn met deze stelling, aangezien hij niet eens wist van het bestaan van een partner of haar kantoor, maar wel afgewacht of de voorgestelde betalingsregeling zou worden nagekomen. Dat gebeurde niet en daarom werd FNV Zelfstandigen ingeschakeld.
Als reactie op de sommatiebrief van FNV Zelfstandigen kwam wederom de stelling dat de partner opdrachtgever zou zijn, maar dat haar kantoor inmiddels failliet was. De jurist bood zogenaamd onverplicht aan om verantwoordelijkheid te nemen voor de vordering met als voorwaarde dat er dan een door hem voorgestelde betalingsregeling getroffen moest worden. Mijn cliënt heeft zijn standpunt, te weten dat de jurist gewoon de opdrachtgever was, gehandhaafd, maar uit coulance toch ingestemd met de voorgestelde betalingsregeling. Ook deze keer hield de jurist zich niet aan zijn afspraken. De jurist heeft steeds weer getracht een lager bedrag per maand dan door hemzelf voorgesteld te bedingen en is de regeling, ondanks enkele betalingen tot ongeveer een kwart van het bedrag, niet nagekomen.
Omdat er minnelijk geen volledige betaling werd verkregen, is een gerechtelijke procedure gestart. Ook in deze procedure werd door de jurist weer uitgebreid (en onzinnig) verweer gevoerd. De jurist bleef volhouden dat zijn inmiddels failliete partner de opdrachtgever was en hij haar slechts vertegenwoordigde. De rechter heeft deze voorstelling van zaken door de jurist als volstrekt ongeloofwaardig bestempeld. De reden dat de rechter tot deze conclusie komt, is dat de jurist bij de totstandkoming van de overeenkomst op geen enkel moment heeft aangegeven dat niet hij, maar zijn partner de opdracht gaf. Dit verweer kwam pas na ontvangst van de betalingsherinnering. Voorts voerde de jurist aan dat de verhuizing veel te duur zou zijn geweest en dat hij heeft gedwaald in de zelfstandigheid van de zaak. Volgens de rechter raakt dit verweer kant noch wal. De uitgebreide opsomming van de werkzaamheden in de offerte is daarmee in tegenspraak. Dwaling in de zelfstandigheid van de zaak is bovendien een begrip uit het oude burgerlijkwetboek, waarbij dwaling ten aanzien van de prijs nu juist daar uitdrukkelijk niet onder viel. Ook het verweer dat de algemene voorwaarden niet van toepassing zouden zijn, gaat niet op. Voldoende aannemelijk is volgens de rechter dat deze per e-mail ter kennis zijn gebracht. In de offerte wordt hiervan uitdrukkelijk melding gemaakt. Daar komt nog bij dat de jurist pas in de gerechtelijke procedure heeft betwist de algemene voorwaarden te hebben ontvangen.
De conclusie van de rechter was dat de jurist ernstig tekort is geschoten in zijn uit de overeenkomst met mijn cliënt voortvloeiende verplichting tot betaling, zodat de vordering van mijn cliënt op alle punten is toegewezen.
Doordat mijn cliënt zijn juridische zaken als ondernemer goed op orde heeft, hebben we alle verweren van de jurist kunnen pareren en is de rechter tot dit oordeel gekomen. Mijn cliënt heeft zorgvuldig bepaald aan wie hij een offerte uitbracht. Hij heeft de offerte op naam van het juristenkantoor en ter attentie van de jurist gezet waar hij de inventarisatie heeft gemaakt. Zijn offertes zijn deugdelijk gespecificeerd waardoor de jurist niet succesvol kon stellen dat de offerte te duur was en hij niet wist hoe de prijs van de offerte was opgebouwd. Ook heeft mijn cliënt zijn algemene voorwaarden op de juiste wijze ter hand gesteld, zodat hij aanspraak kan maken op vergoeding van de contractuele rente, welke hoger is dan de wettelijke rente.
Om er zeker van te zijn dat uw algemene voorwaarden van toepassing zijn op uw offerte, is het van belang dat u in de offerte melding maakt van het feit dat op uw offerte uw algemene voorwaarden van toepassing zijn en dat deze als bijlage zijn meegezonden. Zorg ervoor dat de bijlage een bestand is dat in principe door een ieder te openen is, bijvoorbeeld in PDF.
Tot slot hanteert mijn cliënt een opleveringsformulier met een verklaring dat de werkzaamheden naar tevredenheid zijn uitgevoerd. Dit laat hij zijn klanten na afloop van de verhuizing tekenen. Op dit formulier wordt ook eventueel meerwerk genoteerd en daar wordt ook door de klant voor getekend.
Ondanks dit alles zag mijn cliënt zich geconfronteerd met een wanbetaler. Maar met behulp van FNV Zelfstandigen ligt er nu een vonnis waarin de jurist is veroordeeld tot betaling van de gehele vordering plus alle bijkomende kosten.
mr Ewald van Sark
Jurist FNV Zelfstandigen