Met regelmaat krijgen onze juristen vragen voorgelegd van leden over boetebedingen in contracten en algemene voorwaarden. Meestal zijn die documenten opgesteld door de (potentiële) opdrachtgever. Het gaat dan om bepalingen waarin staat dat de zzp'er, als hij één of meer verplichtingen uit de overeenkomst niet, niet goed of niet tijdig nakomt, een tevoren bepaalde geldsom moet betalen aan de opdrachtgever.
29 november 2016
Onze leden vragen zich vaak af of de hoogte van die boete redelijk is en in welke gevallen ze risico lopen die te moeten betalen. Omdat boetebedingen veelvuldig voorkomen in zakelijke contracten en bijbehorende algemene voorwaarden, is het goed om iets meer te weten over de juridische regels rondom het boetebeding en te beseffen dat de financiële risico’s daarvan zeker niet onderschat mogen worden.
Een boetebeding is gewoon een contractuele afspraak tussen de contractspartijen. Partijen kunnen daarover dus onderhandelen en moeten daar uiteindelijk mee instemmen (blijkend uit hun paraaf/handtekening onder het contract). Als de ene partij zo’n beding wil (vaak is dat de opdrachtgever) en de andere partij (vaak is dat de zzp’er) het risico daarvan te groot vindt, dan kan dat er dus toe leiden dat partijen helemaal geen contract met elkaar sluiten, of een contract zonder boetebeding, of een contract met een gewijzigd boetebeding.
Dan gaat eigenlijk om twee punten:
Een boete kan dienen als extra (namelijk naast schadevergoeding) aansporing om een contractuele verplichting na te komen. Die verplichting kan zijn een verplichting om iets te doen (bijvoorbeeld het tijdig opleveren van bouwwerk, waarbij de aannemer een boete verbeurt van € 500 voor elk dag waarmee de afgesproken opleverdatum wordt overschreden), maar ook een verplichting om iets niet te doen (bijvoorbeeld het niet benaderen van klanten van de opdrachtgever na afloop van het contract, vgl. het relatiebeding, of het niet naar buiten brengen van informatie over de opdracht, de opdrachtgever of klanten van de opdrachtgever, vgl. het geheimhoudingsbeding). De boetes die in dit verband worden afgesproken zijn vaak hoog, omdat er genoeg druk van uit moet gaan. Let wel, als het gaat om boetes die (per uur of per dag of per week) oplopen zolang als de ‘de overtreding’ voortduurt, is het van belang om daar niet mee in te stemmen als die boetes zijn verbonden aan overtredingen die niet meer ongedaan gemaakt kunnen worden. Denk aan de overtreding van een geheimhoudingsbeding: als de geheime informatie door uw onachtzaamheid naar buiten is gekomen, dan kunt u die onmogelijk weer geheim maken. Het is niet de bedoeling dat de daaraan verbonden boete eindeloos door- en oploopt. Hier is dus slechts plaats voor een eenmalige boete.
Een boete kan bewijsproblemen voorkomen over de aard en omvang van de schade. Een zzp’er kan wel wanprestatie plegen (c.q. toerekenbaar tekortschieten in de nakoming van een verbintenis voortvloeiend uit de overeenkomst die hij heeft gesloten met zijn opdrachtgever), maar óf er daardoor schade is ontstaan en zo ja, hoevéél die schade bedraagt, moet door de opdrachtgever wel bewezen kunnen worden. Dat is in de praktijk nog weleens lastig, en vaak is het ook bewerkelijk en kostbaar (bijvoorbeeld omdat deskundigen dat moeten beoordelen). Die bewijsproblemen heeft een opdrachtgever niet, als hij tevoren een bedrag heeft afgesproken met de zzp'er, dat in zo’n situatie moet worden betaald.
De wet bepaalt in artikel 6:92 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek het volgende:
‘Hetgeen ingevolge een boetebeding verschuldigd is treedt in de plaats van de schadevergoeding op grond van de wet’. Dan zou je denken dat het dus het één of het ánder is: je vordert of de afgesproken boete of de schadevergoeding op grond van de wet, maar je kunt ze niet allebei vorderen. Die gedachte is op zich helemaal juist, ware het niet dat partijen in hun contract mogen afwijken van die wettelijke bepaling (die is namelijk niet van dwingend recht maar van aanvullend recht). Contractuele afwijkingen komen in de praktijk vaak voor. Je komt vaak regelingen tegen waarbij de opdrachtgever de keuze heeft tussen boete en wettelijke schadevergoeding, regelingen waarbij de boete naast schadevergoeding op grond van de wet kan worden gevorderd, en regelingen waarbij de boete alleen in de plaats van vergoeding van vertragingsschade treedt, maar waarbij wel tegelijk boete en vervangende schadevergoeding kunnen worden gevorderd.
In het slechtste (contractuele) geval ben je dus én de boete én de wettelijke schadevergoeding verschuldigd. Dan kan het dus zo zijn dat de opdrachtgever niet slechts zijn schade vergoed krijgt, maar er ook nog financieel beter van wordt. Juridisch mag dat dus, als het maar gebaseerd is op de wilsovereenstemming van partijen (blijkend uit de handtekening onder het contract)!
Is hier dan geen enkele ‘correctie’ meer op mogelijk? Jawel, want in de wet is ook bepaald (en deze bepaling is wél van dwingend recht, dus partijen mogen hierover niets anders afspreken in hun contract) dat de rechter een boete kan matigen ‘indien de billijkheid dit klaarblijkelijk eist’.
Hij kan dat echter alleen maar doen als de zzp'er dat vraagt; hij kan dat niet op eigen houtje doen. Hij kan de boete ook niet op een lager bedrag vaststellen dan de schadevergoeding op grond van de wet. Stel dat partijen hebben afgesproken dat de zzp'er in geval van wanprestatie zowel een boete van € 5.000 moet betalen als ook de wettelijke schadevergoeding. De wettelijke schadevergoeding (bijvoorbeeld de herstelkosten van een bouwwerk dat gedeeltelijk is ingestort door een foutieve constructieberekening van de zzp’er) beloopt € 3.333,33. Op grond van het contract vordert de opdrachtgever € 8.333,33 van de zzp’er (€ 5.000 boete en € 3.333,33 wettelijke schadevergoeding).
Als de zzp'er dat aan de rechter vraagt, zou die in theorie dus het gehele boetebedrag van € 5.000 kunnen ‘wegmatigen’, want dan moet de zzp'er nog steeds de wettelijke schadevergoeding van € 3.333,33 betalen en zakt men dus niet door de wettelijke ondergrens. Als partijen niets afwijkends zouden hebben afgesproken in hun contract (dus alleen een boete van € 5.000 in geval van wanprestatie), dan zou de rechter maximaal € 1.666,67 kunnen ‘wegmatigen’, immers er moet hoe dan ook € 3.333,66 overblijven.
Het is niet verstandig om er van uit gaan dat de rechter een contractuele boete wel zal matigen: de afspraak van partijen, vaak allebei ondernemers (bij hen ligt de contractuele lat vaak hoger dan bij particulieren!), die ze met hun volle verstand hebben gemaakt staat voorop. Situaties waarin de billijkheid klaarblijkelijk eist dat een boete gematigd wordt, zijn uitzondering, geen regel.
De wet bevat ook een tegenwicht voor matiging van een contractuele boete. De rechter kan, ‘indien de billijkheid dit klaarblijkelijk eist’, naast de contractueel bedongen boete, aanvullende schadevergoeding toekennen. Ook hier geldt weer: hij kan dat alleen doen als de opdrachtgever erom vraagt, dus niet op eigen houtje, en de wettelijke norm is streng.
Let wel: deze bepaling is niet van dwingend recht, dus partijen zouden in hun contract kunnen afspreken dat er naast de contractuele boete nooit aanvullende schadevergoeding kan worden gevorderd. Een zzp'er zou daar zeker bij gebaat kunnen zijn. Stel: in voormeld voorbeeld bedragen de herstelkosten en de bijkomende kosten door vertraging van de bouw (bijvoorbeeld de extra huurpenningen voor steigers die langer dan gepland moet blijven staan), in totaal € 6.400. De opdrachtgever zou dan bij de rechter € 1.400 aanvullende schadevergoeding kunnen vragen (naast de boete van € 5.000). Maar als partijen contractueel hebben afgesproken dat het bedrag van de boete ook echt het enige is dat gevorderd kan worden, dan komt de opdrachtgever niet verder dan € 5.000. Per saldo blijft hij dan zitten met een verliespost van € 1.400. Voor de zzp’er is dat winst.
Tot slot: de wet bepaalt dat een boete alleen verschuldigd is als sprake is van een toerekenbare tekortkoming (i.e. wanprestatie). Als de tekortkoming niet toerekenbaar is, dus als er sprake is van overmacht, dan kan de opdrachtgever in beginsel geen aanspraak maken op de boete. Maar let ook hier goed op: ook van deze wettelijke bepaling mogen partijen contractueel afwijken. Ze kunnen dus afspreken dat de boete ook in geval van overmacht van de zzp'er gevorderd kan worden. Dit soort ongunstige bepalingen staat vaak onopvallend in een concept-contract of de bijbehorende algemene voorwaarden van de (potentiële) opdrachtgever, en blijft in het kader van de onderhandeling vaak volledig onder de radar. Met het plaatsen van je handtekening stem je dan onbewust in met zo’n ongunstige bepaling.
Wees als zzp'er op uw hoede als er boetebedingen in een contract of in bijbehorende algemene voorwaarden zijn opgenomen. Een opdrachtgever heeft daar meestal meer belang bij dan een zzp'er/opdrachtnemer. Kijk goed of er van de wettelijke regeling wordt afgeweken en zo ja, is dat dan in uw voor- of nadeel? Meestal is het voor een zzp'er gunstig als in het contract zo min mogelijk wordt afgeweken van de wettelijke regeling. Nog beter is het natuurlijk als er helemaal geen boete wordt afgesproken. Gok er niet op dat de rechter de boete wel zal matigen, of dat u de boete kunt doorschuiven naar uw beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar. Die laatste biedt meestal geen dekking voor verbeurde boetes.
Ewald van Sark
Jurist FNV Zelfstandigen