Zzp’ers uit noodzaak ervaren een lagere brede welvaart van 3,6% dan mensen met een dienstverband. Zzp’ers die vrijwillig zelfstandig zijn geworden, ervaren juist een hogere brede welvaart; zij scoren gemiddeld 1,7% hoger dan mensen in loondienst. Zo blijkt uit een onderzoek gedaan door Rabobank.
In het kort laat het onderzoek onderstaande conclusies zien:
Lees hieronder het volledige rapport.
BRON: Rabobank
Het aantal zzp’ers is de afgelopen drie jaar gegroeid van 1,05 miljoen naar 1,23 miljoen. De historisch hoge arbeidsmarktkrapte kan hier een rol hebben gespeeld, maar deze groeicijfers zijn niet terug te zien bij bijvoorbeeld het aantal werknemers in loondienst (toename van 5,8% in de periode 2020-2023). En ondanks dat de coronacrisis ook in de periode 2020-2023 valt, is het groeipercentage van zzp’ers ook bijna tweeëneenhalf keer zo hoog als de drie jaar voorafgaand aan deze periode (6,9%).
De Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB), die in 2020 is ingegaan, zou een andere reden kunnen zijn voor deze groei van zzp’ers. De WAB geeft werknemers met een flexibel contract meer rechten binnen ondernemingen. Omdat veel bedrijven schommelingen in de vraag naar diensten en producten opvangen met flexibele arbeid, kan de WAB hebben gezorgd voor een toename in zzp’ers. Het percentage werknemers met een flexibel contract is de afgelopen vier jaar echter redelijk stabiel rond de 3,3% (CBS). Het lijkt dan ook onwaarschijnlijk dat de combinatie van de WAB en de flexibele arbeidsvraag van ondernemingen deze groei heeft veroorzaakt.
Wanneer gekeken wordt naar de persoonskarakteristieken van deze nieuwe zzp’ers, wordt duidelijk dat voornamelijk jongeren (15-25 jaar) en ouderen (65-75 jaar) in deze periode een carrière als zzp’er zijn gestart. Vanaf 2020 zijn 22.000 nieuwe zzp’ers in de leeftijdscategorie van 15-25 jaar begonnen. Voor deze toename in deze leeftijdsgroep tekenen voornamelijk mannelijke zzp’ers en zpp’ers die ondernemen als nevenbaan hebben (in 2019 en 2021 was deze toename ongeveer 25-30%). In de periode 2020-2023 neemt het aantal 65-75-jarige zzp’ers toe met 42.000. In 2021 was de toename van het aantal zzp’ers in de leeftijdscategorie 65-75 jaar meer dan 40% ten opzichte van het jaar ervoor. Ook hier is het voornamelijk een toename in mannelijke zzp’ers en zzp’ers die ondernemen als nevenbaan hebben.
CBS en TNO (2023) analyseren hoe tevreden zzp’ers zijn met hun werk en verwante aspecten. Ze laten zien dat oudere zzp’ers meer tevreden zijn dan jongeren. Deze enquête geeft echter ook aan dat ongeveer 10% van de zzp’ers liever in loondienst zou werken. De welvaart van zzp’ers uit keuze en zzp’ers uit noodzaak (werkt liever in loondienst) geeft deze enquête van het CBS en TNO niet weer.
Voor de meeste mensen is werk niet alleen een bron van inkomsten. Het geeft ook voldoening, zelfrespect, zingeving en betrokkenheid en is belangrijk voor ons welzijn en onze gezondheid. Werk is dan ook van invloed op de brede welvaart van veel mensen. Het gaat daarbij niet alleen om het hebben van werk op zichzelf. Ook de kwaliteit van het werk is belangrijk. De Wetenschappelijk Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) noemt drie voorwaarden voor goed werk: goed werk levert 1) voldoende financiële zekerheid op, heeft 2) een bepaalde mate van vrijheid in zich en laat 3) voldoende vrije tijd over voor een privéleven (WRR, 2020). Goed werk gaat dus niet alleen over de inhoud van het werk, ook over wat het oplevert en de balans met andere activiteiten.
Brede welvaart gaat over wat mensen van waarde vinden om het leven te leiden zoals ze dat zelf willen. Binnen het concept brede welvaart brengen we elf welvaartsdimensies samen: gezondheid, milieu, persoonlijke ontwikkeling, (subjectief) welzijn, inkomen, huisvesting, de balans tussen werk en privé, veiligheid, baanzekerheid, sociale contacten en maatschappelijke betrokkenheid. Om brede welvaart te meten, voert RaboResearch jaarlijks een enquête uit. De jaarlijkse brede-welvaartenquête loopt sinds 2019 en kent ieder jaar ongeveer tienduizend respondenten.
Ongeveer 25% van de zzp’ers geeft aan zelfstandig te zijn geworden uit noodzaak. Wanneer wordt vergeleken met de algemene trends die het CBS waarneemt, is duidelijk zichtbaar dat relatief meer ouderen en hoogopgeleiden zzp’er zijn. Maar er zijn ook relatief veel zzp’ers uit noodzaak met een beneden modaal inkomen of die minder gezond zijn.
Ook blijkt dat zzp’ers die vrijwillig zelfstandig zijn geworden, een significant hogere brede welvaart van gemiddeld 1,7% hebben en dat zzp’ers die dat deden uit noodzaak een significant lagere brede welvaart van 3,6% hebben ten opzichte van mensen met een dienstverband.
De brede-welvaartsverschillen tussen zzp’ers en werknemers manifesteren zich niet op alle welvaartsdimensies. Zoals verwacht scoren zowel vrijwillige zzp’ers als zzp’ers uit noodzaak minder goed op baanzekerheid, maar geldt dat veel meer voor zzp’ers uit noodzaak. Blijkbaar kozen vrijwillige zzp’ers vanuit een stevigere arbeidsmarktpositie voor het ondernemerschap. Opvallend is dat beide typen zzp’ers beter scoren op persoonlijke ontwikkeling. Additioneel geeft de gemiddelde zzp’er uit noodzaak aanzienlijk minder vaak aan over voldoende inkomen te beschikken. In combinatie met de uitkomsten van de Zelfstandigen Enquete Arbeid (ZEA) dat bijna 11% van de zzp’ers liever in loondienst zou werken en 18,5% van de zzp’ers niet tevreden is met het inkomen, is dit een zorgelijke uitkomst (TNO, 2023). We kunnen niet opmaken waarom zzp’ers uit noodzaak vaker onvoldoende inkomen hebben. Mogelijk werken zij niet fulltime, hebben zij naast hun werk als zelfstandige een baan in loondienst en proberen zij met een opdracht als zzp’er iets extra’s te verdienen, studeren zij bijvoorbeeld nog en/of zijn ze net gestart als zelfstandige, waardoor ze nog niet veel opdrachten hebben. Naast deze drie economische dimensies van brede welvaart (baanzekerheid, inkomen en persoonlijke ontwikkeling) scoort de gemiddelde vrijwillige zzp’er significant beter op de dimensies maatschappelijke betrokkenheid, huisvesting, veiligheid en subjectief welzijn.
De laatste tien jaar is een toename zichtbaar van economische activiteiten via online platformen (ACM, 2020 en CBS, 2020). “Online platformen zijn digitale diensten (websites of apps) die interacties en mogelijk transacties van goederen, diensten of informatie faciliteren tussen twee of meer van elkaar afhankelijke groepen gebruikers” (CBS,2022). Voorbeelden van dit soort online platformen zijn Airbnb, Thuisbezorgd, Uber en Werkspot. SEOR (2024) analyseert de microdata van het CBS en laat zien dat ongeveer 5% van de zzp’ers zich in 2022 liet bemiddelen via een online platform. Klijs, Kösters & Smits (2022) schatten dat ongeveer 0,7% van de individuen tussen de 15-75 jaar in Nederland in 2022 werkzaam is via een online platform (dat zijn ongeveer 93.000 mensen). In Europa zijn 28 miljoen platformwerkers actief in 2022 en naar verwachting zullen dat er 43 miljoen zijn in 2025 (zie Europese Raad). Er zijn in de Europese Unie ongeveer 500 digitale arbeidsplatformen actief met ongeveer 14 miljard euro aan inkomsten in 2020 (zie Europese Raad). Daarnaast vindt er ook buiten online platformen meer digitaal ondernemerschap plaats (denk aan vloggers, influencers en webwinkels). Deze vorm van digitaal ondernemerschap, wanneer het een keuze betreft, biedt mogelijkheden voor flexibel werk voor jongeren (naast hun scholing) en ouderen (na hun pensioen) maar ook voor individuen met een afstand tot de arbeidsmarkt (Lenaerts et al., 2023).
Het versneld verhogen van de AOW- en pensioenleeftijd vanaf 2016 (AWNV, 2015) kan ook zorgen voor een toename van het aantal zpp’ers. De historisch hoge arbeidsmarktkrapte (Dzambo en Erken, 2023) heeft tot gevolg dat ouderen langer actief blijven op de arbeidsmarkt. Voorheen werkten deze ouderen misschien als werknemer en nu als zzp’er. Voor deze groep werkenden biedt zelfstandig ondernemen meer flexibiliteit dan doorwerken in een arbeidsrelatie. Daar merken we wel bij op dat zzp’ers ook vaker om financiële redenen langer moeten doorwerken na hun pensioen. De verhoging van de AOW-leeftijd kan er ook voor hebben gezorgd dat een groep zzp’ers relatief langer moet doorwerken (Damman, 2017). Het onderscheid tussen werknemerschap en zelfstandig ondernemerschap zorgt voor een uitdaging voor beleidsmakers. Online platformen gebruiken zelfstandig ondernemerschap bijvoorbeeld om de kosten van werkgeverschap te drukken en op deze wijze lagere prijzen te kunnen aanbieden voor afnemers. In maart van dit jaar is een nieuwe Europese wet aangenomen om misbruik van de zelfstandige werkstatus van platformwerkers tegen te gaan. Deze wet dient duidelijkheid te scheppen over wanneer werkenden worden aangemerkt als werknemer en wanneer als zelfstandige. Zelfstandig ondernemerschap uit nood - waarbij bedrijven werkenden wel als zelfstandige inhuren, terwijl laatstgenoemden eigenlijk een voorkeur hebben voor een relatie in loondienst - is slecht voor de welvaart van een individu. Nieuwe wetgeving dient de positieve aspecten van het werk als zelfstandige (zoals flexibiliteit, langer doorwerken van gepensioneerden) en ook van platformwerk (mogelijkheden voor individuen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt om flexibel inkomen te verdienen, Lenaerts et al., 2023) niet uit het oog te verliezen.
BRON: Rabobank