Ondernemers lopen het risico arbeidsongeschikt te raken door ziekte of een ongeluk. De gevolgen daarvan kun je beperken met een verzekering en een levenstestament.
BRON: KVK
Als ondernemer kun je arbeidsongeschikt raken en je werk voor een deel of helemaal niet meer uitvoeren, tijdelijk of voor altijd.
Een verzekering zorgt ervoor dat je toch inkomen hebt als je arbeidsongeschikt bent. Die verzekering heeft vaak een risicotermijn. Na die termijn begint de verzekering dan met betalen. Als je bijvoorbeeld een week griep hebt, ontvang je geen vergoeding.
Je kunt je op verschillende manieren verzekeren. Zo kun je een arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) nemen bij een particuliere verzekeraar, een belangen- of beroepsorganisatie of bij uitkeringsorganisatie UWV. Je kunt als alternatief ook kiezen voor een broodfonds of crowdsurance.
Niet alle ondernemers kiezen voor een verzekering tegen arbeidsongeschiktheid. De kosten spelen daarbij een rol. Zo betaal je voor een AOV gemiddeld 200 tot 300 euro per maand. De hoogte van de premie hangt onder meer af van beroep, leeftijd en verzekerde bedrag. Een bouwvakker loopt bijvoorbeeld meer risico dan een boekhouder en is meer geld kwijt voor een verzekering.
Een alternatief voor een verzekering is de FNV AOV. Dit is geen verzekering, maar een vangnet met al ruim 1.800 deelnemers. De FNV AOV is een schenkkring, een vorm van crowdsurance, en biedt ook de startende ondernemers een slimme oplossing als alternatief voor de arbeidsongeschiktheidsverzekering. Het principe van een schenkkring is al heel oud en eenvoudig: we schenken elkaar een klein bedrag wanneer iemand arbeidsongeschikt is. Het mooie is dat er geen medische check wordt gedaan en er zijn geen restricties qua leeftijd. Lees hier meer informatie. Ook organiseren we 22 februari een informatief webinar over de FNV AOV, voor iedereen toegankelijk.
Door een levenstestament op te stellen, kun je de juridische gevolgen van arbeidsongeschiktheid beperken. Daarmee zorg je ervoor dat de persoon die jij voor ogen hebt, beslissingen neemt voor je bedrijf als je dat zelf niet kan. Zo’n situatie kan bijvoorbeeld door hersenletsel ontstaan.
In een levenstestament leg je bijvoorbeeld vooraf vast wie namens jou nieuwe voorraden bestelt, de salarissen van je werknemers uitbetaalt en de btw-aangifte doet. Doe je dat niet, dan moeten je collega’s naar de rechter om dat soort zaken te regelen.
Heb je niets geregeld? Dan bestaat het risico dat je eerst je eigen vermogen moet opmaken voordat je recht hebt op een uitkering. Ook als je partner een inkomen heeft, kun je vaak geen aanspraak maken op een uitkering.
Heb je (net als je partner) geen inkomen en vermogen, dan kun je misschien een uitkering krijgen, zoals de bijstand, IOAZ of WW. Voor die uitkeringen gelden wel voorwaarden.
Heb je geen levenstestament en ben je niet meer in staat beslissingen te nemen, dan moet iemand anders de zaken voor je regelen. Iemand uit jouw directe omgeving, bijvoorbeeld je partner of een collega, kan deze rol dan aanvragen bij de kantonrechter. Die zal een persoon aanwijzen als bewindvoerder of curator.