Tweede Kamer wil eigen rechtspositie voor zzp’ers
Flinke steun in de Tweede Kamer voor een motie van JA21 voor een eigen rechtspositie voor zzp’ers. CDA, ChristenUnie, PvdA en GroenLinks stemden tegen. Een juridisch expert waarschuwt dat zo’n aparte positie in het wetboek tot ‘nieuwe onduidelijkheden’ leidt.
Bron: ZIPconomy
Diep in de nacht van donderdag 23 op vrijdag 24 september heeft de Tweede Kamer met ruime meerderheid een motie aangenomen voor een ‘wettelijke regeling voor zelfstandig ondernemerschap die de rechtspositie van zzp’ers in alle relevante aspecten vastlegt’.
Joost Eerdmans (JA21) diende de motie in tijdens de Algemeen Politieke Beschouwingen. De meerderheid stemde voor, alleen CDA, ChristenUnie, PvdA en GroenLinks stemden tegen. Zij staan bekend als sociaal-conservatief blok op het terrein van de arbeidsmarkt.
Wens zelfstandigenorganisaties
De term ‘zelfstandige zonder personeel’ (zzp) bestaat niet in de arbeidsrechtelijke of fiscale wetgeving. Het is niet meer dan een term die gebruikt wordt in debat en statistieken. En dat leidt regelmatig tot verwarring en onbegrip. Omdat er geen arbeidsrechtelijke definitie bestaat van ‘zzp’er’, moeten zelfstandigen en hun opdrachtgevers sinds de invoering van de wet DBA bewijzen dat de zzp’er ‘geen werknemer’ is.
Daarom pleitten zelfstandigen organisaties als Platform Zelfstandige Ondernemers (PZO) en Vereniging Zelfstandigen Nederland (VZN) al lange tijd voor een aparte wettelijke status van de zzp ‘ers. Ook politieke partijen VVD en D66 hadden deze wens in hun verkiezingsprogramma’s voor 2021 staan.
In het regeerakkoord van het huidige kabinet was afgesproken dat er een onderzoek zou komen naar de wenselijkheid van zo’n aparte status voor zzp’ers. Dat onderzoek is nooit uitgevoerd.
Aanleiding voor de motie Eerdmans zijn de “opeenvolgende regelingen lapwerk die voor onduidelijkheid en onzekerheid zorgen bij alle betrokken partijen”. En daardoor blijft misbruik mogelijk, schrijft Eerdmans. Hij ziet een eigen rechtspositie voor de zzp’er als “waardevolle bouwsteen (…) voor een evenwichtig gereguleerde arbeidsmarkt”.
‘Aparte positie zzp in BW roept nieuwe onduidelijkheden op’
Of een aparte positie van zzp’er in het Burgerlijk Wetboek (BW) daadwerkelijk iets oplost, is twijfelachtig. In dit uitgebreide achtergrondartikel vertelt advocaat en Commissie Borstlap-lid Johan Zwemmer dat zo’n aparte positie nieuwe onduidelijkheden oplevert.
Het begrip ondernemer is tenslotte al vastgelegd, zegt Zwemmer. “Voor een echte zzp’er zou het geen moeite moeten kosten om aan te tonen dat hij zelfstandig ondernemer is.”
Hij ziet meer in het moderniseren van de afbakening tussen werknemer en zelfstandig ondernemer. Ook lijkt het hem goed om de kostenverschillen (belastingen en premies) tussen de verschillende contractvormen te verminderen en de regulering van de arbeidsovereenkomst zelf te moderniseren. Arbeidsovereenkomsten moeten beter aansluiten op de behoeftes van werkgevers en werknemers in de 21ste eeuw, vindt Zwemmer.
Geen uitgemaakte zaak
Het feit dat CDA, ChristenUnie, de PvdA en GroenLinks tegen stemden, betekent het nog geen uitgemaakte zaak is dat er zo’n aparte status komt voor zzp’ers. Deze partijen hebben sterke principiële bezwaren tegen een aparte positie voor zzp’ers. Zij zullen er tijdens de formatie vast een punt van maken. Pieter Omtzigt, vier jaar geleden nog CDA-woordvoerder ‘zzp-zaken’, stemde overigens wel vóór de motie.
Irene van Hest, manager FNV Zelfstandigen: 'Een eigenstandige positie lost het kwalificatievraagstuk niet op, maar maakt het juist ingewikkelder. De verantwoordelijkheid voor de manier waarop wordt gewerkt, is een gedeelde verantwoordelijkheid en moet niet weer volledig neergelegd worden bij de zelfstandige.'