Kabinet aan de slag met voorstel arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zzp’ers
Komende maanden gaat minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken de collectieve arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen verder uitwerken. De Belastingdienst en het UWV voorzien nog wel problemen rondom de nieuwe verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering (aov) voor zzp’ers.
In zijn brief over het pensioenakkoord schrijft de minister dat het kabinet ‘voornemens is’ het advies van de Stichting van de Arbeid voor een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering (aov) voor zzp’ers over te nemen. Ook schrijft hij in de brief dat de Belastingdienst en uitkeringsinstantie UWV bang zijn dat ze de regeling niet kunnen uitvoeren. De twee instanties waarschuwen namelijk dat het voorstel van de sociale partners te ingewikkeld is.
Voorstel van de sociale partners
Op verzoek van minister Koolmees kwamen de sociale partners (ook wel de Stichting van de Arbeid, waar ook FNV Zelfstandigen deel van uitmaakte) begin maart met een voorstel voor de collectieve betaalbare AOV ZZP. In het pensioenakkoord is afgesproken dat zzp’ers zich, net als werknemers, altijd tegen arbeidsongeschiktheid moeten kunnen verzekeren.
De Stichting adviseert een keuzemodel, waarbij zzp’ers onder andere zelf hun eigenrisicoperiode kunnen bepalen: 1 jaar, een half jaar of 2 jaar. Hoe langer die periode, hoe lager de maandelijkse premie. De verplichte aov geldt niet voor zelfstandigen in de agrarische sector en niet voor zelfstandigen met personeel.
Lees hier ons eerdere nieuwsbericht over de betaalbare aov voor zzp’ers.
Grote keuze
Die keuzevrijheid vinden zzp’ers erg belangrijk. Maar al die verschillende opties maken deze regeling tegelijk onuitvoerbaar, vrezen de Belastingdienst en het UWV. Volgens de uitkeringsinstantie ontstaan bijvoorbeeld ingewikkelde situaties als de wachttijd voor zzp’ers (keuze tussen een half jaar, jaar of twee jaar) afwijkt van de wachttijd voor zieke werknemers (twee jaar). Dat schrijft voorzitter van de Raad van Bestuur Fred Paling in zijn reactie op het voorstel van de sociale partners. Paling vraagt zich af wat er bijvoorbeeld moet gebeuren bij mensen die werken in loondienst en daarnaast zelfstandige zijn. Ook voorziet hij ingewikkelde situaties voor werkenden die regelmatig switchten tussen ondernemer- en werknemerschap.
De minister schrijft dat hij wil vasthouden aan de keuzemogelijkheden. Verder wil hij de lastendekkende premie en uitkering van 143% van het wettelijk minimumloon onderbouwen.
Ook belooft hij dat hij komt met een ‘afbakening van de kring van verzekerden’. Oftewel: het moet duidelijk zijn voor het UWV en de Belastingdienst voor wie de verplichting geldt. Koolmees wil voor het einde van dit jaar een uitgewerkt voorstel naar de Tweede Kamer sturen. Nadat het voorstel omgezet is in wetgeving, begint de uitvoering naar verwachting niet eerder dan in 2024.
Blij dat voorstel overgenomen is
Onder meer FNV Zelfstandigen onderhandelde dit voorjaar mee over het akkoord. Bestuurder van FNV Zelfstandigen Irene van Hest is blij dat de minister uitdrukkelijk aangeeft het voorstel over te nemen: We zijn bekend met de eerste reacties van de belastingdienst en UWV’, zegt ze. We hebben tijdens dit traject ook veel met beide instanties gesproken.’
Ze benadrukt dat er nog geen uitvoeringstoets is gedaan bij de instanties. ‘We zijn optimistisch over wat het UWV en de Belastingdienst tot stand kunnen brengen. Deze verzekering hoeft er niet van vandaag op morgen te komen en er dus nog tijd is om tot goede uitvoering te komen. We zijn verheugd dat de minister het voorstel overneemt.’