FNV ZZP

Een maximumtarief voor zorg-zzp’ers? Los liever het échte probleem op

Laatste update: 25 februari 2020

Een maximumtarief voor zorg-zzp’ers? Los liever het échte probleem op

Als minister De Jonge de werkdruk, de bureaucratie en de schijnzelfstandigheid in de zorg aanpakt, zal hij merken dat veel zzp’ers weer in loondienst willen, menen FNV-bestuurders Henk van der Schaft (Zelfstandigen) en Elise Merlijn (Zorg&Welzijn). Minister Hugo de Jonge (volksgezondheid) kondigde onlangs tijdens het Tweede Kamerdebat over de arbeidsmarkt, zorg en welzijn aan dat hij een maximumtarief wil instellen voor de diensten van zelfstandigen in de zorg. Tussen 2010 en 2018 is het aantal zzp’ers in de zorg met 49 procent toegenomen en daardoor namen ook de kosten voor de zorg enorm toe.

Vakbond FNV vindt dat de minister niet het tarief van de zzp’ers moet aanpakken, maar het onderliggende probleem waardoor steeds meer zorgverleners vluchten in het zzp-schap: de bezuinigingen, bureaucratie en onacceptabele werkdruk. Niet omdat ze als zelfstandige meer kunnen verdienen.

Met thuiszorg, ziekenhuizen, ouderenzorg, huisartsenzorg, geestelijke ­gezondheidszorg, gehandicaptenzorg en jeugdzorg gaat het om een zeer gevarieerde sector. Er werken meer dan een miljoen mensen in de zorg die vaak bewust kiezen voor de sector en zeer loyaal zijn. Maar steeds vaker bereiken zij hun grenzen. Het aantal voorschriften en regels neemt toe en door alle bezuinigingen moet er meer worden gedaan met minder mensen.
Veel zorgverleners ervaren hierdoor een onacceptabele werkdruk en minder werkplezier. De FNV kaart deze problemen al jaren aan, maar de bezuinigingen en bureaucratisering door de overheid, zorgkantoren, zorgverzekeraars en de instellingen die zorg verlenen, gaan gewoon door.

Zat om de dupe te zijn van regels en werkdruk
Naast de groep bewuste zzp-ondernemers in de zorg is er de laatste jaren een grote groep zzp’ers bijgekomen die het zat was om de dupe te worden van alle regels en werkdruk. Deze groep koos er niet bewust voor om zelfstandig ondernemer te worden, maar wilde meer flexibiliteit en minder onacceptabele lasten. Als zzp’er kunnen ze meer hun eigen werktijden, werkinhoud en flexibiliteit bepalen. En vanwege de schaarste aan goed personeel zijn de tarieven eindelijk fatsoenlijk geworden.
Door de groei van de groep zelfstandigen krijgen de achterblijvende werknemers nu alle lasten op hun bord. Hierdoor wordt werken in de zorg steeds zwaarder en staat de kwaliteit van het werk onder druk. Steeds meer vaste, vertrouwde gezichten verdwijnen, terwijl kwetsbare patiënten en cliënten daar juist behoefte aan hebben. De groei van de groep die vlucht in het zzp-schap, is dan ook zeer onwenselijk en onverantwoord.
Waar het kabinet in het verleden geen enkele moeite had met forse verlagingen van tarieven voor zzp’ers onder het mom ‘het zijn toch ondernemers’, heeft het kabinet nu plotseling wel moeite met de gestelde tarieven van dezelfde groep zelfstandigen. Bovendien doet de minister niets aan de schijnconstructies van zelfstandigen in de zorg die feitelijk als werknemer aan de slag zijn. Een maximumtarief zal in die gevallen schijnzelfstandigheid legitimeren. Dat staat haaks op het kabinetsbeleid. En de echte zzp’er in de zorg, die werkt met eigen cliënten en onder eigen verantwoordelijkheid, verdient gewoon een goed tarief. Niet een door de minister opgelegd maximum.

Daarom is het belangrijk om terughoudend te zijn om mensen die met hart en ziel werken in de zorg, als zelfstandigen aan te merken als ze feitelijk werken als werknemer. Te hoge werkdruk, bureaucratie en schijnzelfstandigheid gaan ten koste van alle werkenden in de zorg, inclusief de patiënten, cliënten en de instellingen. Als de minister dit probleem aanpakt in plaats van alleen maar te blijven onderzoeken, dan zal hij merken dat veel zzp’ers graag weer willen werken als werknemer in loondienst.

Henk van der Schaft en Elise Merlijn

Deze ingezonden brief is op 24 februari 2020 gepubliceerd in het katern opinie/zorg op de website van Trouw.