Overleg met UWV over nieuwe ZEZ aanvragen periode 2004-2008
FNV Zelfstandigen heeft, in overleg met de juridische steungroep bestaande uit onder meer FNV Vrouw en de Stichting Proefprocessenfonds Clara Wichmann, het UWV geschreven over de behandeling van nieuwe aanvragen voor een zwangerschapsuitkering door zelfstandig werkende vrouwen die tussen 2004 en 2008 een kind hebben gekregen.
Nadat de Rechtbank Midden-Nederland op 23 september 2016 oordeelde dat de betrokkene, die met succes een klacht had ingediend bij het Vrouwenrechtencomité van de VN, recht had op een ZEZ-uitkering, hebben vele vrouwen zich uit eigen beweging bij het UWV gemeld. Sommigen kregen te horen dat het geen zin had een uitkering aan te vragen, terwijl van anderen de aanvraag wel was ontvangen, maar vervolgens geparkeerd werd. Weer anderen kregen een afwijzing, waartegen ze in bezwaar gingen.
Na overleg met het Ministerie van SZW heeft het UWV besloten om beroep aan te tekenen tegen de uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland van 23/09/2016 bij de Centrale Raad van Beroep (CRvB). Als de CRvB beslist dat het UWV inderdaad een uitkering (of schadevergoeding) zou moeten verstrekken, dan krijgen alle vrouwen die tussen 1 augustus 2004 en 4 juni 2008 als zelfstandig ondernemer (of als meewerkende echtgenote) zijn bevallen van het UWV een redelijke termijn om alsnog een aanvraag in te dienen. Voor het veilig stellen van uitkeringsrechten is het dus niet nodig om nu alvast een uitkering aan te vragen. Het UWV heeft deze informatie ook op zijn website geplaatst. .
Wie nog geen uitkering heeft aangevraagd hoeft dat nog niet te doen. Wel is het goed om te bedenken dat het verstandig is te zorgen dat eventueel benodigde gegevens niet verloren gaan. Er zijn nu al meldingen bij het meldpunt bekend van vrouwen die te voortvarend hun inkomensgegevens van de jaren van en voorafgaand aan de bevalling al vernietigd hadden. Het is dus van belang nu alvast na te gaan of u deze informatie nog heeft, cq. nog kunt verkrijgen.
Toch een aanvraag indienen?
Hoewel het UWV heeft toegezegd dat alsnog een redelijke termijn wordt gegund om een uitkering aan te vragen, is het natuurlijk nog steeds mogelijk om toch alvast de aanvraag in te dienen. Het UWV zal alle aanvragen inhoudelijk afhandelen en afwijzen, omdat het UWV het niet eens is met de uitspraak van de rechtbank en daartegen in hoger beroep is gegaan. Tegen een afwijzing moet bezwaar worden aangetekend. Er kan dan gekozen worden voor het aanhouden van het bezwaar totdat de CRvB duidelijkheid heeft verschaft. Een andere mogelijkheid is de bezwaarzaak af te handelen (dan wordt het bezwaarschrift afgewezen) en beroep in te stellen tegen de afwijzing, maar dit laatste kan tot ongewenste kosten leiden als de CRvB negatief beslist.
Stukken ingediend bij Centrale Raad van Beroep
Begin november had het UWV een aanvullend beroepschrift ingediend bij de CRvB tegen de uitspraak van Rechtbank Midden-Nederland, nadat een paar dagen na de uitspraak al hoger beroep was aangetekend. FNV Zelfstandigen heeft in overleg met de juridische steungroep een verweerschrift opgesteld. Al eerder waren de gronden voor het hoger beroep van twee andere klaagsters tegen de Amsterdamse uitspraak ingediend en onlangs is ook het verweerschrift van het UWV daartegen ontvangen. Nu is het wachten op de CRvB, die een verzoek tot versnelde behandeling heeft afgewezen. Deze procedure kan wel een jaar duren.
Vrouwenrechtencomité van de VN was ‘not amused’
Ondertussen vond in Genève, op 10 november 2016, de zogenaamde constructieve dialoog plaats tussen de Nederlandse regeringsdelegatie en het CEDAW-Comité dat toeziet op de naleving van het VN-Vrouwenrechtenverdrag. Het Comité was natuurlijk wel benieuwd hoe de regering uitvoering had gegeven aan zijn uitspraak in de individuele klachtzaak van de zes zwangere zelfstandigen (2014). Het was geschokt te vernemen dat Nederland de uitspraak naast zich neer had gelegd. Daarmee ondermijnt de regering het systeem. In zijn conclusies en aanbevelingen (Concluding Observations) gebruikt het Comité scherpe bewoordingen uit het VN-jargon. Het uit zorgen over het negeren van de klachtuitspraak, terwijl het Comité toch duidelijk schending van het VN-Vrouwenverdrag had geconstateerd. Het is ook bezorgd over het beroep dat UWV en de staat hebben aangetekend tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. De staat werpt ernstige belemmeringen op voor de toegang tot het recht van vrouwen en dwingt vrouwen nieuwe juridische procedures te starten. Het Comité dringt er dan ook op aan op zijn aanbevelingen in de individuele klachtzaak zonder verder uitstel uit te voeren en concrete maatregelen te treffen om te voorzien in een effectieve remedie voor alle betrokken vrouwen.