Prinsjesdag 2016: breder maatschappelijk debat noodzakelijk
Dinsdag 20 september was het Prinsjesdag, de dag waarop jaarlijks de Miljoenennota, de Macro Economische Verkenning, het nieuwe belastingplan en de Rijksbegroting worden gepresenteerd. FNV Zelfstandigen bekeek de Prinsjesdagstukken door de ogen van zelfstandigen en ontdekte in de Miljoenennota één passage over zzp'ers.
De officiële stukken zijn te vinden via deze link.
Het kabinet stelt vast dat het aantal zelfstandigen zonder personeel en het aantal mensen met een flexibel arbeidscontract het afgelopen decennium sterk is toegenomen, zowel in historisch als in internationaal perspectief. Volgens het kabinet “kan deze ontwikkeling niet los worden gezien van het grote verschil in institutionele behandeling – fiscaal en qua bescherming tegen inkomensrisico’s zoals pensioen en arbeidsongeschiktheid – tussen zzp’ers, flexibele werknemers en werknemers met een vast dienstverband".
In 2015 heeft het kabinet in het IBO zzp laten onderzoeken hoe deze verschillen verkleind kunnen worden. Volgens het kabinet “is een breder maatschappelijk debat noodzakelijk, voordat uiteindelijk instituties worden aangepast”.
SZW
Volgens het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) vraagt “een onvoorspelbare toekomst ook om een goed werkende arbeidsmarkt met heldere spelregels. Een arbeidsmarkt waarin de aard van het werk leidend is voor de contractvorm waaronder het werk wordt verricht”.
Volgens SZW is zo’n arbeidsmarkt is er nog niet: “De keuze voor de contractvorm wordt nog mede bepaald door institutionele factoren, zoals verschillen in de fiscale behandeling van werknemers en zzp’ers. Mede hierdoor is het aandeel zzp’ers in de beroepsbevolking sinds 1995 met 60% gestegen, en het aandeel werknemers met tijdelijke contracten met 80%”.
Volgens SZW leiden deze ontwikkelingen tot een tweedeling op de arbeidsmarkt: een groep vaste werknemers met relatief veel bescherming, en een groeiende groep flexwerkers met relatief weinig. Terwijl het volgens SZW soms gaat om mensen met heel vergelijkbare voorkeuren en heel vergelijkbare werkzaamheden. “Ook de Europese Commissie beveelt Nederland aan om actie te ondernemen om deze tweedeling op de arbeidsmarkt te beperken. Hier ligt de komende jaren nog een belangrijke taak voor overheid en sociale partners”.
Macro Economische Verkenning
In de Macro Economische Verkenning (MEV), eveneens onderdeel van de Prinsjesdagstukken, wordt een beschouwing gegeven op mogelijke verklaringen voor de constatering dat “het vaste contract op zijn retour is”, in ieder geval in de praktijk van de statistieken. “Op de Nederlandse arbeidsmarkt gaat de flexibilisering onverminderd voort. Het aandeel vaste contracten in de werkgelegenheid daalt, het aandeel flexibele contracten en zzp stijgt”.
MEV komt na een uiteenzetting van mogelijke verklaringen tot de conclusie dat “als de flexibilisering niet vooral te verklaren valt uit preferenties van de werkenden, als er geen sprake is van een onontkoombare internationale trend en de ontwikkeling ook niet als tijdelijk te duiden valt, dan lijkt de manier waarop we in Nederland de zaken geregeld hebben, toch een belangrijke verklaring. Keuzes worden tenslotte niet in een institutioneel vacuüm gemaakt.”
Het MEV constateert dat “een groeiend aantal werknemers geen kans ziet zijn voorkeursoptie van een vast contract te verzilveren. Deze kans is bovendien relatief laag voor groepen met een zwakke arbeidsmarktpositie. De voorzieningen voor mensen met een flexibel contract zijn magerder. Payrollcontracten bieden doorgaans minder bescherming, de regelingen voor werkloosheid en pensioenen met hun opbouwregimes en wachttijden zijn niet toegesneden op mensen met wisselende, onzekere contracten. De zzp’er is meer tevreden, maar de legitimatie voor de huidige fiscale faciliteiten is broos.”
Conclusie
Prinsjesdag levert voor de zzp’ers dus weinig nieuws op. Dat een breder debat noodzakelijk is, onderschrijft ook FNV Zelfstandigen. Belangrijke onderwerpen – zoals het verschil in fiscale behandeling van zzp’ers versus flexibele werknemers versus werknemers met een vast dienstverband – zullen echter door dit kabinet niet meer bij de hoorns worden gevat en zullen onderwerp worden van de komende verkiezingen.