FNV ZZP

Leden FNV Zelfstandigen gedupeerd door UWV

Laatste update: 3 januari 2018

Leden FNV Zelfstandigen gedupeerd door UWV

Veel leden van FNV Zelfstandigen zijn getroffen door de gevolgen van de startersregeling WW zoals deze gold tot 1 januari 2013. Ze kregen een forse terugvordering aan de broek. Het gaat om mensen die vanuit een WW-uitkering met hun onderneming zijn gestart, na toestemming van UWV.

Zij behielden het recht op WW en hoefden niet te solliciteren. Ze konden zo 26 weken met behoud van uitkering hun bedrijf beginnen. De WW werd als voorschot betaald en later zou aan de hand van de inkomsten worden bekeken of ze nog WW-voorschotten moesten terugbetalen. Na de periode van 26 weken besloot de ondernemer of hij/zij al dan niet de onderneming voortzette.

Werkcoaches
Het probleem is dat werkcoaches van UWV, die geacht werden de starters goed te informeren, dat niet deden. Enerzijds, omdat ze soms zelf onvoldoende kennis hadden en anderzijds omdat ze vanwege onder meer tijdgebrek geen aandacht besteedden aan de rekenmethode bij een mogelijke terugvordering van WW-uitkering. De werkcoaches van UWV, die korte gesprekken met onze leden voerden, hadden het met de starters vaak alleen over wat nodig was om als ondernemer te slagen en beoordeelden de bedrijfsplannen die de starters hadden geschreven. Leden melden mij dat hen vaak is verteld, dat alleen als je meteen veel inkomsten had (bv. meer dan de WW-uitkering) later een terugvordering zou kunnen volgen. 

Dat bij de terugvordering gekeken wordt naar de inkomsten over 52 weken na het begin van de startperiode en niet naar inkomsten over de 26 weken van de startperiode zelf, is veelal niet verteld. Dat bij het bepalen van de hoogte van het inkomen niet alleen de winst, maar ook de ondernemersaftrek en MKB-winstvrijstelling (fiscale faciliteiten) volledig worden meegeteld, is leden vrijwel nooit gezegd. Zo is het bijvoorbeeld voorgekomen dat starters geen enkele winst of zelfs verlies hadden behaald maar wel een WW-uitkering moesten terugbetalen, omdat de starters gebruik hadden gemaakt van de ondernemersaftrek en de MKB-winstvrijstelling.

De praktijk is dat starters 3 à 4 jaar nadat zij gestart zijn, geconfronteerd zijn met terugvorderingen van WW-uitkering. Het gaat grotendeels om forse bedragen die variëren van € 10.000,- tot € 15.000,-. Voor dergelijke hoge bedragen zijn leden niet gewaarschuwd door hun UWV-werkcoaches.

Evaluatie startersregeling
De startersregeling is geëvalueerd in 2009. De evaluatie bracht een tweetal belangrijke knelpunten aan het licht. De wijze van inkomstenverrekening is door de starters als ingewikkeld ervaren. Dat kan door FNV Zelfstandigen alleen maar worden onderschreven. Verder bestond bij de starters lange tijd onzekerheid over de hoogte van het inkomen over de startperiode omdat de Belastingdienst daar UWV pas na een aantal jaren zekerheid over kon geven. Ook dat zien we in de dossiers van onze leden terug.

Deze knelpunten zijn reden geweest de regeling voor starters te wijzigen door vanaf 1 januari 2013 standaard 29% te korten op de WW-uitkering over de startperiode en het daarbij te laten. Geen terugvorderingen meer na 3 à 4 jaren later dus.

Informatievoorziening
Om nu te zeggen dat daarmee alle knelpunten zijn opgelost, neen. Voor de toekomst wellicht wel, maar niet voor het verleden. Niet voor hen die nog terugvorderingen op hun dak krijgen. De Nationale Ombudsman heeft vastgesteld dat veel zzp’ers die van 2004 tot medio 2006 met behoud van een WW-uitkering zijn gestart met een eigen bedrijf niet goed zijn voorgelicht door UWV over de toen geldende zelfstandigenregeling. Dat heeft geleid tot herbeoordelingen door de commissie Vreeman en de commissie Asscher-Vonk met als resultaat dat UWV ruim 1 miljoen Euro moest terugbetalen aan onze leden.

De praktijk van de informatievoorziening van (de werkcoaches van) UWV is er na de invoering van de startersregeling medio 2006 er niet veel beter op geworden dan tijdens de periode waarover de Nationale Ombudsman een helder standpunt heeft ingenomen.

De ervaring van FNV Zelfstandigen is dat leden over het algemeen onvoldoende zijn geïnformeerd door UWV over alle ins en outs van de startersregeling (inclusief de methode van verrekenen van inkomsten). Nu kun je tegen een terugvordering in bezwaar, in beroep en in hoger beroep. Maar dan stranden we uiteindelijk op de Centrale Raad van Beroep (CRvB), de hoogste rechter in WW-zaken, een instantie die overigens gepland staat opgeheven te worden.

Centrale Raad van Beroep
Want wat vindt de CRvB ervan? Dat komt simpelweg neer op een opvatting die je op een (slecht verlichte) studiekamer bedenkt, zonder enige blik te werpen op de daadwerkelijke praktijk binnen UWV en zonder UWV een begin van een zorgplicht voor de klant op te leggen.

De CRvB vindt dat, als iemand gebruik wilde maken van de voormalige startersregeling, het in de eerste plaats aan de belanghebbende zelf was om zich op de hoogte stellen van de inhoud en de gevolgen van de regeling waarop hij/zij een beroep wilde doen. Dat is m.i. de omgekeerde wereld. Ook de andere gebruikte overweging van de CRvB, dat mensen altijd het Staatsblad hadden kunnen raadplegen waarin de regeling is gepubliceerd, getuigt niet bepaald van realiteitszin.

Zorgplicht UWV
In diverse sectoren is de zorgplicht voor de klant steeds belangrijker geworden en wordt in voorkomende gevallen opgetreden tegen bedrijven en/of instellingen die hun zorgplicht verzaken. Op het gebied van de sociale verzekeringen is er nog een wereld te winnen met de zorgplicht. De Nationale Ombudsman heeft daar een goede voorzet voor gegeven, die ook in het geval van de startersregeling zoals deze gold tot 1 januari 2013 ingekopt moet worden. Wellicht is er een nieuwe voorzet van de Nationale Ombudsman voor nodig. Een dergelijke nieuwe voorzet is alleen maar toe te juichen. De slogan ”Daar is UWV voor” geldt ook voor de zorgplicht van UWV voor de klant. Daar mogen hoge eisen aan gesteld worden, omdat de klant van UWV tenslotte maar bij één loket terecht kon en kan en niet bij een concurrent die wel werk maakt van zijn zorgplicht.

Ewald van Sark

Jurist FNV Zelfstandigen

  • Bart Louwman

    Ik was in 2010 zelf werkloos geworden en heb de regeling toen bekeken. Ik vond hem niet erg gunstig. Dit in vergelijking met regelingen veel eerder. Ik was zelf in de jaren negentig al eens met veel gunstigere voorwaarden begonnen en ik vond dat in de huidige zeer diepe economische crisis de voorwaarden juist soepeler zouden moeten zijn dan in een periode met economische groei. DIe 52 weken stonden trouwens gewoon op de website voor iedereen te lezen. Wel was het zo dat deze site uitsluitend sprak over de "winst" en niet over netto inkomen. Het lag dus voor de hand dat de nieuwe ondernemers dachten de ondernemersaftrek te kunnen behouden. De MKB-winstvrijstelling is een deel van de winst dat niet belast wordt maar maakt daar doodeenvoudig wel deel van uit. En wordt dus door UWV verrekend. Ik weet dat. Omdat ik zelf eerder eigen zaken heb gehad en omdat ik vakbondsconsulent ben weet ik dat je bij een dergelijke belangrijke stap als het opzetten van je eigen zaak advies moet hebben en... alles wat je overeenkomt - zeker met overheidsorganen - zwart op wit vastleggen!!! De UWV heeft echter wel degelijk zorgplicht verwaarloosd. Toen ik net in de WW zat werd ik mobiel gebeld door een dame van UWV of ik diezelfde dag wel even op een informatiebijeenkomst voor startende ondernemers wilde komen. Daar werden alle cliënten, rijp en groen, met en zonder ervaring, de voordelen van het eigen ondernemerschap uitgelegd. Ja het ging er hier echt om, om zo snel mogelijk uitstroom uit de uitkering te realiseren. de dames hadden blijkbaar targets gekregen, waar ze op afgerekend zouden worden.

    27 juli, 2016

Laat een reactie achter
Verzend mijn bericht