FNV ZZP

Rapport SCP ondersteunt pleidooi FNV Zelfstandigen voor sectoraal beleid

Laatste update: 18 april 2016

Rapport SCP ondersteunt pleidooi FNV Zelfstandigen voor sectoraal beleid

Deze week verscheen het rapport 'Bevrijd of beklemd' van het Sociaal en Cultureel Planbureau op verzoek van de ambtelijke werkgroep die het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) uitvoert. Het rapport biedt hoofdzakelijk beschrijvende resultaten over de positie van zzp’ers in Nederland.

Enerzijds presenteert het rapport cijfers die een positief beeld geven van zzp’ers. Zo is deze groep relatief tevreden, minder vaak ziek, maken zzp’ers minder gebruik van toeslagen, en zijn zij over het algemeen zeer tevreden over de combinatie van werktijden met hun thuissituatie. Deze positieve aspecten komen ook terug in de zzp barometer en in de reactie van ZZP Nederland.

Tegelijkertijd wijst het rapport op cijfers over het inkomen van zzp’ers. Uit cijfers van het CBS tussen 2003 en 2012 concludeert het SCP dat vijftien procent van de zzp’ers in een arm huishouden woont. Dit aspect leidde direct tot een paar koppen in de krant. Deze cijfers vergen enige nuance. Het SCP benadrukt zelf dat het moeilijk is om conclusies te verbinden aan deze cijfers. “Ondanks het grotere percentage armen onder zzp’ers hebben zij niet meer moeite dan werknemers met een vast contract om rond te komen van hun huishoudinkomen […]. Zij hebben er zelfs iets minder moeite mee dan werknemers met een tijdelijk contract.” Het SCP suggereert als verklaring onder meer het gemiddeld grotere vermogen van zzp’ers of de lagere lasten die zij mogelijk hebben.

In een recent rapport in opdracht van Achmea komen (recente) cijfers van het CBS naar voren die een andere indruk geven. Hierin wordt juist gesteld dat de zzp’er relatief vaker in de hogere inkomensgroepen te vinden is. (Lage inkomens: 40% totale groep, 26% van de zzp’ers; Hoge inkomens: 20% totale groep, 39% van de ZZP. “Inkomen” is hier het gestandaardiseerd huishoud inkomen)

In ons perspectief gaat het niet om een procentje meer of minder – wij hechten er wel aan dat er voldoende nuance in de discussie blijft. Een selectieve weergave van statistiek helpt daarbij niet.

Wat kunnen wij verder met de cijfers? Het SCP concludeert zelf dat het beeld rijst van een zeer heterogene groep, waarvan een deel goed verdient en een deel onder de armoedegrens verkeert. Verder concluderen zij dat zzp’ers in sommige opzichten lijken op werknemers, maar dat zij in andere gevallen zoals bijvoorbeeld arbeidsomstandigheden behoorlijk afwijken. De eindconclusie is vervolgens dat “de heterogeniteit van de groep het twijfelachtig maakt dat generiek beleid voor zzp’ers zinvol is.”

FNV Zelfstandigen sluit zich vooral aan bij de eindconclusie. Door de grote diversiteit onder zzp’ers is het nagenoeg onmogelijk om over algemeen beleid te maken dat over de hele breedte van het zzp-spectrum de gewenste effecten heeft. Sterker nog, zoals het Verwey Jonker instituut onlangs concludeerde bestaat er dan een reëel risico op averechtse effecten. Daarom pleit FNV Zelfstandigen (zoals deze zomer bij het IBO, en onlangs in de notitie ten over de Beschikking Geen Loonheffing), voor sectoraal beleid.