CEDAW-Comité verplicht Staat tot actie zwangerschapsuitkering zzp'ers 2004-2008
De uitspraak van het Comité dat gaat over de naleving van het VN Vrouwenverdrag (CEDAW) dat Nederland in 1991 ondertekende, verplicht de Staat tot actie.
Vanaf juni 2008 is door de overheid een uitkering bij zwangerschapsverlof voor zzp'ers geregeld. Door de politieke druk van FNV Zelfstandigen wordt dan de Wet Zwangerschaps- en bevallingsuitkering zelfstandigen ingevoerd.
Vier jaar eerder, in augustus 2004, had de overheid een bestaande verplichte en collectieve regeling afgeschaft. In de tussenperiode waren zwangere zelfstandigen helemaal aangewezen op verzekeraars en hun voorwaarden. Vaak werd bijvoorbeeld een wachttijd van twee jaar aangehouden.
Na augustus 2004 begon het Proefprocessenfonds Clara Wichman samen met enkele zzp'ers een procedure tegen de staat om langs die weg te proberen een regeling voor zwangerschapsverlof voor ondernemers af te dwingen.
VN-Vrouwenverdrag
Volgens het Proefprocessenfonds Clara Wichmann en enkele zelfstandigen, die precies in die periode zwanger waren, heeft de staat onrechtmatig gehandeld door met ingang van 1 augustus 2004 een einde te maken aan de publiekrechtelijke regeling die zzp’ers aanspraak gaf op een uitkering in verband met zwangerschaps- en bevallingsverlof. Zij beroepen zich op het VN-Vrouwenverdrag en op de Europese Zelfstandigenrichtlijn en stellen dat de staat onmiddellijk een nieuwe regeling had moeten treffen.
Het proces is eerst gevoerd bij de rechtbank in Den Haag op 25 juli 2007, vervolgens in hoger beroep bij het hof in Den Haag op 21 juli 2009 (niet gepubliceerd) en ten slotte heeft de Hoge Raad op 1 april 2011 uitspraak gedaan. In de kern komt het erop neer dat volgens de Hoge Raad het VN-Vrouwenverdrag niet voorschrijft hoe het verlof eruit moet zien in duur, vorm en hoogte van de uitkering. Ook uit de Europese richtlijn kan geen concrete verplichting tot uitkeren worden afgeleid. Die richtlijn legt alleen op om de zaken te onderzoeken. De uitspraak van het Hof uit 2009 werd daarmee definitief.
Nu, bijna tien jaar later, heeft het CEDAW Comité, dat gaat over de naleving van het VN-Vrouwenverdrag, een ander oordeel geveld dan de Hoge Raad.
Het CEDAW Comité beveelt de Nederlandse Staat nu alle klaagsters en ook andere vrouwen die geen uitkering hebben gehad, schadeloos te stellen. Artikel 11 van het Vrouwenverdrag geeft niet alleen werkneemsters maar ook zwangere zelfstandigen het recht op een uitkering tijdens het zwangerschaps-en bevallingsverlof . De Staat dient binnen zes maanden schriftelijk aan het CEDAW te rapporteren welke actie zij heeft ondernomen. Hoe de Staat hieraan gevolg aan geeft, zal later bekend worden.